- Veel huiseigenaren zien hun hypotheeklasten slinken ten opzichte van hun inkomen.
- Dit komt omdat de lonen de laatste jaren fors zijn gestegen, terwijl veel huiseigenaren de hypotheekrente voor langere tijd hebben vastgezet.
- Bekijk hier hoe een loonstijging kan uitpakken voor de druk van de maandlasten van je hypotheek.
- Lees ook: Starters jaloers op huiseigenaren met forse overwaarde – woningbezitters vinden dat ze waardestijging hebben ‘verdiend’
Huiseigenaren zetten hun hypotheekrente vaak voor jaren vast. Daarmee liggen de maandlasten van de hypotheek gedurende een langere periode vast. In absolute zin is dan geen sprake van een daling, maar toch kunnen de hypotheeklasten slinken ten opzichte van het inkomen. Zeker als het inkomen door loonstijgingen toeneemt.
De hypotheekrente wordt vaak voor 10 jaar vastgezet. In de jaren vóór 2022, toen hypotheekrentes extreem laag waren, kozen veel huiseigenaren zelfs voor voor rentevaste periodes van 20 of 30 jaar.
De rente wijzigt niet gedurende de rentevaste periode, tenzij je de hypotheek ‘openbreekt’ en tegen een boeterente overstapt op een ander tarief.
Stijging lonen verhoogt netto inkomen
Toch slinken de hypotheeklasten ten opzichte van het inkomen, als er sprake is van loonstijgingen. En dat is bij veel huiseigenaren het geval. Tussen 2020 en het derde kwartaal van 2024 zijn de cao-lonen met ongeveer 20 procent gestegen, volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
In het derde kwartaal van dit jaar was er sprake van een gemiddelde loonstijging van 7 procent. Het moet blijken hoe de lonen zich in 2025 ontwikkelen, maar vakbond FNV heeft al een looneis van 7 procent neergelegd. De lonen gingen omhoog om de forse inflatie bij te benen, maar de loonstijging heeft de stijging van prijzen nu bijna ingehaald.
Hoe dan ook, de loongroei heeft verschillende effecten op hypotheken. Woningkopers kunnen bijvoorbeeld meer lenen, omdat de maximale hypotheek wordt berekend op basis van onder meer het inkomen.
En veel huiseigenaren met hypotheek zien dus hun lasten dus slinken ten opzichte van hun inkomen. Financieel intermediair Van Bruggen Adviesgroep geeft daar een voorbeeld van in zijn nieuwsbrief van deze week.
Hypotheeklasten drukken minder zwaar op inkomen bij loonstijging
Het stel Johnny en Saskia kochten in november 2020 een woning voor 365.000 euro, waarvoor ze een annuïteitenhypotheek afsloten van 350.000 euro. Een annuïteitenhypotheek betaal je binnen 30 jaar af, door maandelijks zowel rente als aflossing te betalen. Bij deze hypotheekvorm heb je recht op hypotheekrenteafrek.
De volgende gegevens gelden voor Johnny en Saskia:
- Rentevaste periode van 20 jaar
- Hypotheekrente 2 procent
- Bruto maandlasten hypotheek 1.294 euro
- Gezamenlijk bruto jaarinkomen van 70.000 euro (Johnny 30.000 euro en Saskia 40.000 euro)
Met hun huidige inkomen en hypotheeklasten, gaat 22,2 procent van hun bruto inkomen naar de hypotheek. Omdat ze de hypotheekrente hebben vastgezet, zijn de maandlasten van de lening sinds 2020 gelijk gebleven.
Dat geldt niet voor hun inkomen, dat tussen november 2020 en november 2024 flink is gestegen. Als we de gemiddelde groei van cao-lonen op Johnny en Saskia toepassen, dan steeg hun bruto salaris in het eerste jaar na de aankoop van hun huis met 1,1 procent.
Daarna klom hun brutoloon sneller, tussen 2021 en 2022 kwam er 4,8 procent bovenop en het jaar daarna 6,4 procent. Tussen november 2023 en 2024 steeg het bruto inkomen van Johnny en Saskia met 6,8 procent.
De onderstaande tabel van Van Bruggen Adviesgroep toont de ontwikkeling van hun loon ten opzichte van de hypotheeklasten sinds 2020.
Te zien is dat het gezamenlijke inkomen van het stel stijgt bij gelijkblijvende hypotheeklasten. En dat daarmee de hypotheeklasten slinken ten opzichte van het inkomen, van 22,2 procent in november 2020 naar 18,4 procent in november 2024.
Hierbij merkt Van Bruggen Adviesgroep wel op dat er is gerekend met het bruto inkomen en de bruto hypotheeklasten. De bedragen zijn dus nog niet verrekend met de belastingen. Over loon betaal je inkomstenbelasting en over een annuïteitenhypotheek krijg je hypotheekrenteaftrek, die zijn hierin niet meegenomen.
Maar het aandeel van het inkomen dat het stel aan hypotheeklasten kwijt is, daalt ook als met netto bedragen wordt gerekend, volgens de financieel intermediair.
Uitgaande van hun netto loon en de netto hypotheeklasten, daalt het aandeel hypotheeklasten van 24,6 procent in november 2020 naar 20,4 procent in november 2024.
Daarmee is de betaalbaarheid van hun woning verbeterd en dat zal voor veel huiseigenaren gelden. Al kan de situatie individueel anders uitpakken. Wellicht betaal je een hogere rente omdat je de hypotheek na 2022 opnieuw hebt moeten vastzetten of een extra hebt hypotheek hebt afgesloten.